Archief voor de ‘Kunst’ Categorie

Buitenpost: Rondje kunst Achtkarspelen, 12 & 13 aug. 2011   16 comments

Op 12 augustus hadden de weergoden besloten mee te doen aan het rondje kunst in Achtkarspelen en het was dan ook mooi weer om hier en daar eens te gaan kijken. Bij mij is het bij één adres gebleven en wel aan de Oude Dijk 7a, waar Jantsje Oost (wandkleden en poëzie), Jacomijn Steen (beelden) en Folly Spoelstra (schilderijen) hun werk exposeerden. In de grote en mooie tuin waren veel beelden te zien en het was heerlijk om daar rustig rond te lopen en te kijken naar alles wat daar stond op kunstgebied, Folly Spoelstra was aan het schilderen en Jacomijn Steen aan het boetseren en het was mooi om te zien hoe een beeld (in dit geval het hoofd van haar schoonmoeder die heel geduldig aan het poseren was) ontstaat.

Jacomijn Steen boetseren, 12 aug. 2011

Een wat ouder beeld staat in een vijver die volgegroeid is met waterplanten en ook dat is een heel mooi gezicht.

Beeld in de vijver, 12 aug. 2011, Oude Dijk 7a

Een klein gedeelte van de tuin of in dit geval de beeldentuin

Beelden in de tuin, 12 aug. 2011, Oude Dijk 7a

In eerste instantie was ik naar de Oude Dijk gegaan om eindelijk de prachtige wandkleden van Jantsje Oost eens te gaan bekijken en deze wandkleden zijn niet alleen erg mooi maar Jantsje heeft haar inspiratie opgedaan aan de hand van Seattle de hoofdman van het Indiaanse Dwamish-volk in het noordwesten van de huidige Verenigde Staten, wat toch een extra waarde heeft. In 1854 wilde de Amerikaanse regering het grondgebied van deze Indianen kopen ter vergroting van de eigen macht en materiële welvaart. Hoofdman Seattle maakte in een toespraak aan gouverneur Isaac Stevens duidelijk hoe zijn volk dacht over het omgaan met de aarde, de lucht en het water (de bron waar ik deze woorden van heb zijn van Jantsje). Er is een serie van deze wandkleden met de namen Verbonden, Sluipmoordenaar, Uitgebuit, Nachtmuziek, Levend water, Vervreemding en Verlaten, maar ik plaats er twee van zodat iedereen die van dit soort kunst houdt en ze zelf wil zien niet alles al heeft gezien op de foto’s.

Wandkleed Jantsje Oost - Levend Water - 12 aug. 2011

De wandkleden zijn van Jantsje, de woorden zijn van Chief Seattle en ik heb de foto’s mogen maken.

LEVEND WATER: De rivieren zijn onze broeders. Zij lessen onze dorst. Zij dragen tussen de armen van de oevers onze kano’s waarheen ze willen gaan. Als wij u ons land gaan verkopen moet u bedenken dat u voortaan net zo vriendelijk moet zijn voor de rivieren als u voor uw broeders zou zijn.

Wandkleed Jantsje Oost - Nachtmuziek - 12 aug. 2011

NACHTMUZIEK: In de steden van de blanke man is men altijd op de loop. Hun lawaai doet pijn aan de oren. Er is geen plaats zo stil dat je het openspringen van de knoppen in het voorjaar kunt horen of het gezoem van de insecten. Maar wat heeft het leven voor zin als een man niet meer de eenzame roep van de lijster kan horen, of het getwist tussen de kikkers ‘ s-avonds rond de poel?

Over de wijze woorden van Chief Seattle bestaan nog steeds twijfels en er wordt dan ook verwezen naar Dr. Henry Smith die de toespraak van Chief Seattle zou hebben geromantiseerd en in 1887 zou hebben gepubliceerd, maar eigenlijk maakt het niet uit wie het heeft gezegd, wijze woorden zijn het en Chief Seattle zelf zou ontzettend schrikken als hij het Amerika van nu zou kunnen zien. De Chief heeft zijn laatste jaren na de Indianenoorlog (1855 – 1856) geleefd in het Suquamish reservaat waar hij op 7 juni 1866 is overleden.

chief Seattle

Deze bronzen buste van de Chief is in 1909 geplaatst aan de Pioneer Square in Seattle en is gemaakt door James A. Wehn, zodat we toch weer terugkomen op de kunst al is dit geen foto van mij Knipogende emoticon

Terug naar de Oude Dijk, het was daar heerlijk en toen ik wegging heb ik aan een schaap gevraagd wat zij nu eigenlijk van kunst dacht, ze gaf geen antwoord maar keek met een wijze blik naar al het groen om haar heen en het leek of ik even Chief Seattle zag in de tijd dat alles nog rustig, groen en mooi was, bij mijn bezoek aan de Oude Dijk heb ik dus niet alleen kunst gezien maar ook weer wat geleerd en wel over een wijze Indiaan en één ding is zeker, laten we blij zijn met de natuur die wij nog bezitten en er zolang mogelijk van genieten nu het nog kan, maar laten we dan ook zuinig zijn op wat de natuur ons geeft, want doen we dat niet dan is er geen toekomst meer!

Schaap, 12 aug. 2011

Een mooi plekje aan de Oude Dijk waar de natuur nog volop aanwezig is.

Advertentie

Geplaatst13 september 2011 doorAnn McDunn inKunst

Oogstlied van A.C.W. Staring   5 comments

 
Anthony Christiaan Winand Staring
 
geboren: 24 januari 1767 te Gendringen
overleden: 18 augustus 1840 te Wildenborch, Vorden
 
A.C.W. Staring A.C.W. Staring  Standbeeld A.C.W. Staring
 
Staring was een romantische dichter, een van de weinige de dichtkunst beoefenende Nederlanders die als zodanig bekend staat. Zijn romantische inslag betrof zowel hetgeen waarover hij schreef (o.a. legenden en beschrijvingen van de natuur) als de wijze waarop hij dat deed. Staring was Achterhoeker in hart en nieren, alhoewel geboren in Gendringen bracht hij zijn jeugdjaren in het Zuidhollandse Gouderak en in Gouda door. Zijn vader was in dienst van de VOC uitgezonden naar Kaap de Goede Hoop. De toen zesjarige Anthony werd ondergebracht bij zijn oom, de weduwnaar Jacob Gerard Staringh, die predikant in Gouderak was. Na achtereenvolgens van 1773 tot 1776 de Franse School van Meester Willem Muys en van 1776 tot 1782 de middelbare opleiding aan de Latijnse school te Gouda te hebben gevolgd, vertrok hij in 1783 uit Gouda om verder te gaan studeren. Hij volgde opleidingen aan de Universiteit van Harderwijk en in Göttingen om zich voor te bereiden op het beheer van zijn landgoed De Wildenborch, waar hij zich in 1791 blijvend vestigde.
 
De Wildenborch
 
De manier waarop hij het landgoed exploiteerde was voor die tijd zeer bijzonder. De "landman" Staring had oog voor de natuur, maar ook voor de nood van de mensheid. Zo liet hij op De Wildenborch een school bouwen, waar kinderen van boeren en landarbeiders onderwijs genoten.
Naar Staring is het streekinstituut voor de Achterhoek en Liemers, het Staring Instituut, genoemd. Ook LINT-treinstel 27 van vervoersmaatschappij Syntus is vernoemd naar Staring.
 
Een van de gedichten van Staring is eigenlijk overal in Nederland wel bekend en ik vind het nog steeds één van zijn mooiste gedichten.
 
OOGSTLIED
 
Sikkels klinken,
sikkels blinken,
ruisend valt het graan.
Zie de bindster garen!
Zie in lange scharen,
garf bij garven staan!
 
’t Heter branden
op de landen
meldt de middagtijd;
’t windje, moe van ’t zweven,
heeft zich schuil begeven;
en nog zwoegt de vlijt!
 
Blijde maaiers,
nijvre zaaiers,
die uw loon ontving!
Zit nu rustig neder
galm’ het mastbos weder
als gij juichend zingt.
 
Slaat uw ogen
naar den hoge,
alles kwam van daar!
Zachte regen daalde,
vriendlijk zonlicht straalde
mild op halm en aar.
 
Graan
 

maaien

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Geplaatst19 juni 2008 doorAnn McDunn inKunst

Jean Pierre Rawie – gedicht   14 comments

 
Troje
Troje.
NO SECOND TROY
 
Ik heb een vrouw bemind, die best
een tweede Troje zou verdienen,
en die door drank en heroïne
onder mijn ogen werd verpest.
 
Tot ziekbed kromp het liefdesnest,
en ik zou zachtjes willen grienen,
omdat alleen dit clandestiene
sonnetje van ons tweeën rest.
 
Zo’n veertien regeltjes waarmee je
een tipje van de sluier licht,
wat zout om in de wond te wrijven.
 
Wat zijn dat toch voor waanideeën
dat je, verdomd, in een gedicht
‘de dingen van je af kunt schrijven’?
 
Een prachtig sonnet van Jean Pierre waarmee hij een grote waarheid schrijft, want hoe kan de mens alles van zich af schrijven, men ziet alleen de buitenkant, maar niet wat er wordt gedacht, geleden en ook vreugde kan je niet vangen in woorden. Het gedicht is niet vrolijk, maar Jean Pierre Rawie is geen vrolijke dichter. Het leven is een schouwtoneel, elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel. Wie kent niet de opgeplakte glimlach en de vrolijke mens, die toch zoveel heeft te verbergen maar het niet aan anderen wil tonen waar die mens vol van is. Het is geen prettig verhaal, maar wel een doordenkertje. Somber wil ik de nieuwe week niet beginnen, maar ook hier op de spaces is meer leed, pijn en verdriet dan er wordt geschreven. Hen zou ik willen zeggen "praat je uit, krop het niet op" want ergens is de hulp die je nodig hebt, mensen die je kunnen troosten en warmte geven. Aan allen die het wel goed hebben zou ik willen zeggen "let op de mensen die jouw warmte nodig hebben", een beter begin van deze nieuwe week kan ik niet bedenken.
 
gedicht 
Een roos voor iedereen die deze week iemand troosten kan of alleen maar wil luisteren, allemaal een heel goede week gewenst.
 
 

Geplaatst16 juni 2008 doorAnn McDunn inKunst

Jean Pierre Rawie   3 comments

 
Gedicht van Jean Pierre Rawie
 
Jean Pierre (echte naam: Jan Pieter) Rawie is geboren in Scheveningen op 20 april 1951 en is een Nederlands dichter en vertaler. Drie jaar na zijn geboorte verhuisde het gezin naar Winschoten en in 1970 verhuisde Jean Pierre naar Groningen, waar hij nu nog woont en veel te zien is in de antiquariaten op zoek naar poëzie die hij nog niet bezit en ook café de Wolthoorn bezoekt hij trouw. Wie vaak in Groningen komt of er woont zal hem ongetwijfeld vaak zijn tegengekomen, een man met een flamboyante levensstijl en ook zodanig gekleed.
 
Vanaf 1970 studeerde hij Slavische en Romaanse filologie aan de Universiteit van Groningen. In 1975 werd hij medewerker van het tijdschrift De Nieuwe Clercke, onder het pseudoniem Albert Zondervan en publiceerde samen met Driek van Wissen verzen in dit satirische Groninger studentenblad waarvan zij beiden de drijvende krachten waren. In 1976 publiceerde hij, samen met Driek van Wissen, het duo-debuut De match Luteijn-Donner. Dit werk had als subtitel een schaakcursus in twee maal twaalf sonnetten. Verzorgd door Jean Pierre Rawie en Driek van Wissen. In hun verzamelde werken wordt dit werk door beide auteurs niet genoemd. In 1979 maakte hij zijn solodebuut met Het meisje en de dood en in 1982 toen hij na een korte maar intensieve ziekenhuisopname weer schreef was zijn eerste gedicht Intensive care. Ook in 1982 werd hij nationaal bekend door zijn optredens in het televisieprogramma van Sonja Barend.
 
portret Jean Pierre Rawie   Jean Pierre Rawie - 1951
 
Zijn bundel Kwade trouw kwam uit in 1986 en in 1989 werd hem de Wessel Gansfortprijs toegekend en uit dat zelfde jaar verdiende hij algemene erkenning bij de literaire kritiek met Woelig stof. In 1990 verscheen sonnetten, een bibliofiele uitgave en in 1992 verscheen Onmogelijk geluk dat tevens zijn grootste verkoopsucces werd. In 1997 verscheen de vertaling van Vier gedichten van Aleksander Blok wat hij vanuit het Russisch in het Nederlands vertaalde. Ook vertaalde hij verzen van de Russische dichter Fjodor Tjoettsjev. In 1999 verschenen Geleende tijd en Gedeeld verleden (bibliofiel) in 2004 Verzamelde verzen. Jean Pierre Rawie heeft op de grens van leven en dood gelegen, mede door zijn overmatig alcoholgebruik en een longontsteking, daarna werd hij rustiger wat volgens de critici zijn werk ten goede kwam. Een bijzondere man en men houdt van zijn verzen of heeft er een hekel aan en vindt ze saai, maar hij behoort tot de best verkopende dichters van Nederland en zinnen uit zijn werk komen steeds vaker voor in rouwadvertenties. Bovenaan staat een gedicht wat ik erg mooi van hem vind. Voor mensen die van gedichten houden en het niet erg vinden dat Jean Pierre, die toch bijzonder snedig uit de hoek kan komen, beslist geen vrolijke gedichten schrijft, vindt vast bij zijn werk gedichten die ze kunnen waarderen en mooi vinden.
 

Geplaatst11 maart 2008 doorAnn McDunn inKunst

Women in art   6 comments

Een bijzonder filmpje dat ik zelf erg mooi vind. Voor de kunstminnaars en minnaressen is dit een knap overzicht over de vrouwen in de kunst.
 
 
 
 
 

Geplaatst28 januari 2008 doorAnn McDunn inKunst